race-v logo

 

 

Registry

De RACE V registratiestudie: Verergering van boezemfibrilleren voorspellen

Boezemfibrilleren is een zeer veel voorkomende hartritmestoornis die aanvankelijk vaak in aanvallen voorkomt. Daarna herstelt het normale hartritme (sinusritme) zich. Als het boezemfibrilleren verergert, zullen de aanvallen vaker aanwezig zijn en langer gaan duren. Uiteindelijk zal bij een deel van de patiënten het normale hartritme niet meer te herstellen zijn. Uit eerder wetenschappelijk onderzoek weten we dat ongeveer 10% van de mensen per jaar verergering van boezemfibrilleren laat zien, waarbij het normale hartritme niet meer spontaan herstelt. Welke factoren hier invloed op hebben en of dit voorkomen kan worden, is helaas nog grotendeels onduidelijk. In de RACE V registratiestudie willen we uitzoeken hoe het komt dat sommige mensen boezemfibrilleren blijven houden terwijl bij anderen het normale hartritme zich in korte tijd verergert, terwijl het bij een ander deel jarenlang stabiel blijft. Zo hopen we in de toekomst te kunnen voorspellen wie een grotere kans heeft om blijvend boezemfibrilleren te houden, om uiteindelijk de behandeling van boezemfibrilleren te kunnen verbeteren. Mogelijk zijn dit ook de patiënten die een hoger risico lopen op complicaties, waarvan het herseninfarct de belangrijkste is. 

Om te kunnen onderzoeken bij wie het boezemfibrilleren verergert, zullen we in totaal 750 proefpersonen zoeken die boezemfibrilleren hebben, waarbij de aanvallen minder dan een week lang duren. Dit wordt gedaan in meerdere ziekenhuizen in Nederland. Direct bij deelname zullen we gegevens verzamelen door een aantal extra onderzoeken te doen. Daarnaast zal het hartritme 2,5 jaar in de gaten gehouden worden om te kijken hoeveel het boezemfibrilleren optreedt en of hier een stijgende lijn in zit. Het onderstaande schema geeft weer welke extra onderzoeken er tijdens het onderzoek gedaan worden:

Onderzoeken voor de studie Inclusie Na 1 jaar Na 2,5 jaar
Toestemming X    
 Medische Voorgeschiedenis X X X
 Lichamelijk Onderzoek X X X
 Gegevens eerdere bloedafnames X   X
 ECG (hartfilmpje) X X X
Echo hart  X   X
Vragenlijsten  X   X
Bloedafname - Biomarkers & DNA  X   X
Bloedvatonderzoek  X    
CT-scan Hart  X    
Registratie complicaties  X X X
Hartritmeregistratie  XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

 

We verzamelen o.a. gegevens zoals de bloeddruk, lengte, gewicht en de buikomtrek, we maken hartfilmpjes. Ook wordt er bloed afgenomen om signaalstofjes te meten die iets zeggen over bepaalde lichaamsfuncties. Recent is bijvoorbeeld duidelijk geworden dat patiënten met boezemfibrilleren een snellere neiging hebben tot het vormen van bloedstolsels ten opzichte van mensen zonder boezemfibrilleren. Ook wordt gekeken naar de genetische informatie (DNA) om de erfelijkheid van boezemfibrilleren verder te kunnen onderzoeken. Om te kijken of o.a. de klachten toe- of afnemen tijdens het onderzoek laten we op verschillende tijdspunten in het onderzoek vragenlijsten invullen. Daarbij kijken we ook naar de hoeveelheid lichaamsbeweging die patiënten kijken. 

Eén van de onderzoeken die de meeste patiënten met boezemfibrilleren vaak krijgen is een hartecho. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld kijken naar de knijpkracht van het hart, maar ook of er hartkleppen lekken en hoe groot de hartboezems zijn. Daarnaast is ook nog de mogelijkheid om aanvullende metingen te doen die meer informatie geven over de functie van de hartboezems. In dit onderzoek zullen de gegevens van de hartecho’s gebruikt worden en wordt gekeken of er een verschil zit tussen de echo aan het begin van het onderzoek, en aan het eind.  

Een onderzoek wat niet altijd standaard gedaan wordt, is een CT-scan van het hart. Hierbij wordt een afbeelding gemaakt van het hart waarbij gekeken kan worden naar de mate van aderverkalking in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien. Ook kan gekeken worden hoeveel vetweefsel er rondom het hart aanwezig is. Uit onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid vet rondom het hart samenhangt met het risico op het krijgen van boezemfibrilleren. De hoeveelheid vet rondom het hart niet samenhangt met de totale hoeveelheid lichaamsvet. Met andere woorden: dunne mensen kunnen veel vet hebben rondom het hart, maar dikke mensen kunnen ook weinig vet rondom het hart hebben. 

Een ander belangrijk aandachtspunt is het verrichten van metingen aan de bloedvaten in de hals. Door gebruik te maken van echo kan onder meer gekeken worden hoe dik de spierlaag is in het bloedvat. Dikke spierlagen in de bloedvatwand (door bijvoorbeeld lange tijd hoge bloeddruk) maken het bloedvat stijver en van slechtere kwaliteit. Ook kan worden gekeken naar de aanwezigheid van aderverkalking.

Hartritmeregistratie

Zoals gezegd vindt boezemfibrilleren vaak plaats in aanvallen. Tijdens de gehele onderzoeksperiode van 2,5 jaar is het daarom van belang om exact te weten hoeveel boezemfibrilleren aanwezig is en hoelang elke aanval duurt. Er zijn vele manieren om het hartritme te registreren, maar veel van die mogelijkheden zijn geen goede optie om 2,5 jaar lang continu het ritme te registeren. Voor dit onderzoek plaatsen we een klein apparaatje onder de huid van ongeveer 4 cm lang en 7 mm breed (afbeelding 1). Dit apparaatje is in staat om minimaal 2,5 jaar lang het hartritme te registeren en vele soorten ritmestoornissen te herkennen, waaronder boezemfibrilleren. Het apparaatje stuurt de gegevens door naar een ontvanger (Carelink monitor) en de ontvanger kan het vervolgens via een eigen internetwerk naar het ziekenhuis versturen. Op die manier krijgen de onderzoekers dagelijks gegevens binnen en hoeft de patiënt hiervoor niet naar het ziekenhuis te gaan. 

 

 

Afbeelding 1. Implanteerbare hartritmemonitor (Reveal LINQ). Afmeting: 44.8 x 7.2 x 4.0 mm.

Onderstaand filmpje toont de manier waarop het apparaatje geplaatst wordt door middel van een kleine incisie en een plaatsingshulpmiddel:

 

Extra onderdelen

Naast het hoofdonderzoek zijn er nog twee extra onderdelen waar patiënten mogelijk aan mee kunnen doen. In één van de twee onderdelen wordt er bloed afgenomen tijdens een aanval van boezemfibrilleren. De signaalstofjes in het bloed tijdens het boezemfibrilleren vergelijken wij vervolgens met het bloed wat afgenomen is tijdens het normale hartritme. Hiermee kan gekeken worden wat er precies in het lichaam verandert tijdens een aanval van boezemfibrilleren. 

Het tweede extra onderdeel is voor patiënten die in overleg met hun behandelend cardioloog een ablatiebehandeling ondergaan tijdens het onderzoek. Een ablatiebehandeling is een behandeling voor boezemfibrilleren waarbij er via de liesader draadjes (katheters) worden ingebracht in het hart. Vervolgens wordt met de katheters het hartweefsel bevroren of verhit zodat er een litteken ontstaat. Hiermee wordt geprobeerd om te voorkomen dat het boezemfibrilleren opnieuw ontstaat. Tijdens de procedure is er de mogelijkheid om vanuit de hartboezems bloed af te nemen. Door via de katheters het hart te stimuleren, kan het boezemfibrilleren gesimuleerd worden. Hierna wordt uit de linker hartboezem op verschillende tijdsmomenten bloed afgenomen. Hierdoor kan gekeken worden hoe snel de signaalstofjes in het bloed te meten zijn en of een stijging hiervan het meest uitgesproken is in het hart.